Tramadol is een morfine-achtige pijnstiller die behoort tot de zogeheten opioïde analgetica. Het is een matige tot sterke pijnstiller die effect heeft op het centraal zenuwstelsel in het ruggenmerg en de hersenen. Tramadol wordt voorgeschreven bij plotselinge of langdurige hevige pijn zoals pijn door ernstige letsels, een operatie of kanker, bij zenuwpijn en bij gewrichtspijn door artrose. Verder kan het ook helpen bij voortijdige zaadlozing.
Tramadol en het nut van DNA-analyse
De snelheid waarmee tramadol in je lichaam wordt verwerkt, varieert per individu. Als gevolg hiervan zijn de effectiviteit en bijwerkingen van tramadol deels te voorspellen op basis van je genen. Preventieve DNA-analyse kan daarom een belangrijk hulpmiddel zijn bij het optimaliseren van je medicatie.
Ook bekend als
Tramal, Tramagetic, Zaldiar,Tramadol/Paracetamol, Rybix, ConZip, Durela, Ralivia, Ryzolt, Tridural, Ultram
Mogelijke bijwerkingen tramadol
Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)
- Sufheid, slaperigheid,algemeen gevoel van zwakte, een draaierig gevoel en een verminderd reactievermogen. Dit is vooral lastig bij activiteiten waarbij uw oplettendheid erg nodig is, zoals autorijden, het beklimmen van een ladder of het bewaken van een proces op het werk. Onderneem geen risicovolle activiteiten, zeker niet de eerste twee weken van de behandeling, als u nog aan het medicijn moet wennen.
- Misselijkheid, soms met braken. Meestal gaat deze bijwerking over als u na enkele dagen aan dit medicijn gewend bent geraakt. Meestal helpt het om even te gaan liggen als u zich misselijk voelt.
Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)
- Verstopping (obstipatie). Gebruik, als dat mogelijk is, vezelrijke voeding en drink veel. Soms schrijven artsen bij dit medicijn een laxeermiddel voor. Raadpleeg uw arts als u door tramadol last heeft van verstopping.
- Droge mond. Hierdoor ontstaan sneller gaatjes in uw gebit. Poets en flos extra goed als u merkt dat u last blijft houden van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker controleren als u dit medicijn gedurende verschillende weken gebruikt. Als u veel last heeft van een droge mond kunt u de aanmaak van speeksel stimuleren met (suikervrije) kauwgom, ananasblokjes of door te zuigen op ijsblokjes. Verder kunt u sterk gekruide, droge en harde voeding beter vermijden, uw voeding vochtig maken met jus of vruchtenmoes en samen met voedsel vocht innemen.
- Duizeligheid, vooral bij opstaan uit bed of uit een stoel. Dit gaat in het algemeen over als u na een paar dagen gewend bent geraakt aan dit medicijn. Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt het best dan even liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen.
- Jeuk, huiduitslag, roodheid en galbulten. Dit kan wijzen op overgevoeligheid. Neem contact op met uw arts, zodat deze kan bepalen of u overgevoelig voor dit medicijn bent.
- Zweten en hoofdpijn. Deze bijwerkingen zijn niet gevaarlijk. Geef wel aan uw arts door als u er veel last van heeft.
Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)
- Moeilijk kunnen plassen. Dit is vooral van belang als u al moeite met plassen heeft door een vergrote prostaat. Neem contact op met uw arts als u dit merkt. Mogelijk is een ander medicijn geschikter voor u.
- Bemoeilijkte ademhaling. Dit treedt alleen op bij hoge doseringen tramadol.
- Psychische klachten, zoals in de war zijn (verwardheid), moeite met slapen, nachtmerries en depressiviteit. Heeft u hier veel last van, raadpleeg dan uw arts.
- Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dit aan opgezwollen lippen, tong of gezicht, benauwdheid of flauwvallen. In zeer zeldzame gevallen kan een ernstige huidziekte ontstaan met blaarvorming of loslating van de huid. De blaren ontstaan met name op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Stop dan met het gebruik en waarschuw in deze gevallen een arts, of ga naar de Eerste-hulpdienst. U mag dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor tramadol. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn of daarop lijkende medicijnen niet opnieuw krijgt.
- Epileptische aanvallen. Mensen met epilepsie hebben kans op een toename van het aantal aanvallen. Overleg hierover met uw arts.
- Slaap-apneu, een kortdurende periode van ademstilstand tijdens de slaap. Dit medicijn kan slaap-apneu veroorzaken. Als u al eerder last van slaap-apneu heeft gehad, kunt u hier meer last van krijgen. Neem contact op met uw arts als u merkt dat u nachtelijke aanvallen van stokkende ademhaling heeft of wanneer deze verergeren.
- Een verhoogd risico op hartritmestoornissen. U kunt last krijgen van plotselinge duizelingen of kortdurend buiten bewustzijn raken. Dit is vooral van belang voor mensen met een bepaalde hartritmestoornis, namelijk het verlengde QT-interval. Gebruik dit middel NIET als u deze hartritmestoornis heeft. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander middel. Mensen met het Brugada-syndroom, een erfelijke hartziekte, hebben mogelijk ook een grotere kans op hartritmestoornissen. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander middel. Als u dit middel toch moet gebruiken, zal uw arts u extra controleren.
- Moeite met praten en hik. Neem contact op met uw arts als u dit merkt.
- Wazig zien.
Raadpleeg uw arts als u te veel last heeft van één van de bovengenoemde bijwerkingen of als u andere bijwerkingen ervaart waar u zich zorgen over maakt.