Borstkanker is een van de meest voorkomende kankersoorten bij vrouwen; 1 op de 8 krijgt deze aandoening gedurende haar leven. Ook mannen kunnen borstkanker krijgen; in 2018 werd in Nederland bij 131 mannen borstkanker vastgesteld. Bij vrouwen lag het aantal nieuwe borstkankergevallen vorig jaar op ruim 17 duizend.
Erfelijke aanleg voor borstkanker
Bij verreweg de meeste borstkankergevallen spelen, naast omgevingsfactoren en leefstijl, meerdere vaak voorkomende variaties in laag-risico-genen een rol. Eén variatie heeft meestal een klein effect, maar de optelsom van meerdere variaties kan leiden tot licht- of matig veranderde kansen op borstkanker.
In 5 tot 10% van de borstkankerpatiënten is er sprake van een erfelijke vorm van borstkanker. Bij deze personen is een mutatie aanwezig in een ‘hoog-risicogen’. Zo’n genmutatie is een aangeboren en blijvende beschadiging in het DNA.
De belangrijkste borstkanker gerelateerde hoog-risicogenen zijn BRCA1, BRCA2 en PALB2. Dit zijn zogenaamde tumor suppressor genen. Iedereen heeft deze genen en bij een normale werking (geen mutatie) zorgen ze ervoor dat beschadigd DNA gerepareerd of opgeruimd wordt, zodat tumorgroei wordt voorkomen. Mutaties in deze genen zorgen voor een minder goede werking van het betreffende gen waardoor het risico op kanker toeneemt.
Naast mutaties in de genen BRCA1, BRCA2 en PALB2 zijn er ook andere genen bekend die het risico op borstkanker aanzienlijk kunnen verhogen zoals mutaties op de genen ATM, TP53, PTEN en CDH1. Ook is er een relatief vaak voorkomende, specifieke mutatie (c.1100del-C) in het CHEK2-gen bekend die de kans op borstkanker aanzienlijk kan verhogen.
Vrouwen met een BRCA/PALB2-mutatie
Een vrouw met een mutatie in een van deze genen heeft niet alleen een verhoogde kans op borstkanker, maar ook op eierstokkanker. Een mutatie in het BRCA1 of BRCA2-gen zorgt voor een borstkankerrisico van 60 tot 80%. Het risico op eierstokkanker is bij een BRCA1 mutatie 35 tot 45%, en bij een BRCA2 mutatie 10 tot 20%. Bij een PALB2 mutatie hebben vrouwen een risico van 35-60% op borstkanker en mogelijk licht verhoogd risico voor eierstokkanker (exacte cijfers ontbreken).
Mannen met een BRCA/PALB2-mutatie
De kans dat mannen - zonder erfelijke aanleg - borstkanker ontwikkelen, is bijzonder laag, namelijk rond 0,1%. Bij mannen met een BRCA-mutatie stijgen de risico’s op borstkanker naar 3% (BRCA1 mutatie) tot 7% (BRCA2 mutatie). Het risico op prostaatkanker neemt ook toe: tot 15-20% bij een BRCA2 mutatie. Het effect van een PALB2 mutatie bij mannen is niet bekend.
Mogelijke aanwijzingen voor erfelijke borstkanker
Een BRCA1 of BRCA2-mutatie komt voor bij ongeveer 1 op de 400 mensen; PALB2 mutaties komen minder vaak voor. Als er in de familie niet veel borst- eierstok- of prostaatkanker voorkomt op jonge leeftijd, is de kans op een mutatie in deze genen erg klein. Komen deze aandoeningen wel veel voor op opvallend jonge leeftijd, dan kan dat een aanwijzing zijn voor een erfelijke oorzaak.
Erfelijke aanleg kun je mogelijk herkennen als borst-en/of eierstokkanker op een opvallend jonge leeftijd voorkomt in je familie. Daarnaast zijn er nog andere mogelijke aanwijzingen:
- Borstkanker voor het 40ste jaar of eierstokkanker voor het 50ste jaar;
- Borst- en eierstokkanker bij drie of meer eerste- of tweedegraads familieleden in meerdere generaties;
- In beide borsten borstkanker voor de leeftijd van 50 jaar;
- Een man met borstkanker in de familie.
Op de website Het zit in de familie kun je hierover een vragenlijst en meer informatie vinden.
DNA-onderzoek borstkanker
Er zijn verschillende opties als het gaat om DNA-onderzoek naar genetische aanleg voor borstkanker.
iGene DNA-test Health
Ook bij iGene kun je je genetische aanleg voor borstkanker in kaart laten brengen, met de DNA-test ‘Health’. In verreweg de meeste gevallen (90-95%) wordt borstkanker niet veroorzaakt door een mutatie in een hoog-risicogen zoals BRCA1, BRCA2 en PALB2, maar spelen andere (al dan niet genetische-) factoren een rol.
De genetische risicoscore die iGene presenteert voor borst-, eierstok- en prostaatkanker, is gebaseerd op DNA-varianten die geassocieerd zijn met borstkanker in zogenoemde laag- en middelhoog risicogenen. Variaties in deze genen hebben individueel gezien weliswaar een minder grote impact; een optelsom van meerdere DNA-variaties kan in sommige gevallen óók tot een (aanzienlijk) verhoogde risicoscore leiden.
Een belangrijke kanttekening: bij iGene worden de hoog-risicogenen BRCA1, BRCA2 en PALB2 sinds 2025 niet meer geanalyseerd. De relatief vaak voorkomende CHEK2-mutatie (c.1100del-C) wordt wel in kaart gebracht.
Heb je het vermoeden dat er sprake is van een erfelijke vorm van borstkanker in je familie? In dat geval is het raadzaam om een gesprek met de huisarts te plannen. Deze zal een inschatting maken of je in aanmerking komt voor een erfelijkheidsonderzoek door een klinisch geneticus. De klinisch geneticus zal (bij voldoende indicatie) een volledig gen-onderzoek verrichten en je adequaat begeleiden.
In
dit blog lees je meer over de uitgefaseerde optionele BRCA-analyse bij iGene.
Erfelijkheidsonderzoek door een klinisch geneticus
Bij een erfelijkheidsonderzoek door een klinisch geneticus wordt specifiek getest op de hoog-risicogenen BRCA1, BRCA2 en PALB2. Hierbij wordt het hele gen bestudeerd op alle nu bekende gen-afwijkingen (niet alleen afzonderlijke mutaties, maar ook grotere gen-veranderingen). Er zijn op dit moment ongeveer 6.000 mutaties op de genen BRCA1 en BRCA2 bekend waarvan we weten dat ze een impact hebben op het risico voor borstkanker en/of eierstokkanker. Voor het PALB2-gen zijn er dat op dit moment ongeveer 400. Sommige mutaties komen relatief veel voor in bepaalde bevolkingsgroepen, andere mutaties zijn extreem zeldzaam.
DNA-onderzoek door een klinisch geneticus geeft, als het gaat om BRCA- en PALB-mutaties, een compleet en betrouwbaar resultaat. Het blijkt dat in ongeveer 15% van de families waar genetisch onderzoek plaatsvindt door een klinisch geneticus een mutatie wordt aangetoond.
Een klinisch geneticus doet geen onderzoek naar DNA-variaties in zogenoemde laag- en middelhoog risicogenen.
Niet iedereen heeft zomaar toegang tot een dergelijke klinische test. Mocht je dit overwegen, moet de huisarts uiteindelijk de afweging maken of je hiervoor in aanmerking komt.
iGene
HEALTH
iGene HEALTH is onze meest complete DNA-test. Het geeft inzicht in jouw genetische aanleg voor verschillende aandoeningen, gekoppeld aan relevante leefstijladviezen. Je krijgt informatie over jouw gevoeligheid voor veelgebruikte medicijnen en het farmaco-profiel geeft een handig overzicht dat je kunt delen met je huisarts of apotheker. En tot slot ontvang je informatie over allerlei persoonlijke kenmerken.
Lees hier meer over de iGene HEALTH DNA-test